In de zomer van 2014 belde ik mijn ouders op met de boodschap: ‘Mam, pap, ik ga naar Uganda’. Ik hoorde mijn vader duidelijk slikken. Mijn moeders eerste reactie was: ‘hoe zit dat met Ebola daar?’ en ‘je neemt de meisjes toch niet mee?’
Later die week zei de 86-jarige oma van mijn man tegen hem aan de keukentafel (waar ik overigens ook aanzat): ‘ik snap niet dat sommige vrouwen zichzelf boven hun kinderen stellen en het gevaar opzoeken om mensen te gaan helpen die toch niet geholpen kunnen worden.’ Die kwam keihard aan. Dubbele aanval: mijn moederschap en mijn grootste passie. Mijn twee belangrijkste rollen, de essentie van wie ik ben, onderuitgehaald met één opmerking.
Mijn man ging de discussie aan. Ik pakte mijn jongste op en ging van slag naar boven. Later werd er zachtjes op de deur geklopt. Oma kwam me een knuffel geven. Hoe kun je een oude, wijze oma nou niet vergeven?
Enfin, mijn geplande trip maakte veel los. Een aantal jaar geleden reisde ik de hele wereld rond. Op mijn 19e vertrok ik zo bleu als het maar zijn kon naar India en Nepal. Twee jaar later voor mijn stage een aantal maanden naar Suriname. Toen waren mensen ook bezorgd, maar op een andere manier. Ik spreidde mijn vleugels uit, en dat kon mijn honkvaste familie toch ook wel weer waarderen.
Maar nu kwam de kritiek. Omdat ik moeder ben. Dan kan dat ‘onverantwoorde’ dus niet meer. Maakt de hele familie, en die van mijn man, zich ineens grote zorgen. En nee, ik vertrok niet voor een maand, maar voor slechts acht dagen. Om mijn hardwerkende contactpersoon Rose Nakimuli nu eens in het echt te ontmoeten. Om Vicky, het allereerste MommaLuv-kindje in Uganda, een dikke knuffel te gaan geven. Om echt te voelen wat MommaLuv nu betekent daar. Ik moest het doen. Ook om hier in Nederland weer met hernieuwde energie aan de slag te gaan en MommaLuv te laten groeien!
Natuurlijk had ik telkens steken in mijn buik als ik eraan dacht mijn meisjes te moeten missen dat weekje. Vita was net 1 geworden, liet mij nog net de week voor vertrek haar eerste stapjes zien. En Gioia van 3 vertelde iedereen dat mama naar Afrika ging. Best wat tranen vergoten. Maar dan dacht ik ook aan alle mama’s die vaker voor hun werk op reis moesten, of mama’s met gevaarlijke beroepen, en dan dacht ik ‘Man, stel je niet aan!’.
Ik landde in Kampala op mijn 29e verjaardag. Had in het vliegtuig maar liefst 3 romantische films gekeken en kon me niet heugen wanneer ik in de afgelopen 3,5 jaar zoveel tijd voor mezelf had gehad. Op het vliegveld besefte ik me ook weer: dit is iets waar ik goed in ben, in reizen. Ik vind overal wel de weg. Dat zelfstandige, onafhankelijke. Even geen wederhelft van iemand, even niet iemands moeder. Even gewoon Mandy.
Rose stond me op te wachten met een ‘birthday bouquet’ en had alles tiptop geregeld. Er stond een vriend van haar klaar met de auto om ons door een donker Kampala naar Roses’ huisje te leiden. Tijdens de rit praatte ze aan één stuk door. Ik moest na de lange vliegdag moeite doen om haar snelle ‘Afrikaans-Engels’ goed te begrijpen, maar ze was in ieder geval erg enthousiast en energiek. Thuis aangekomen toonde ze me haar kleine huisje wat netjes was opgeruimd voor mijn komst. Er hingen allemaal zwart-wit printjes van foto’s van haar ‘loved ones’ en ook ik en mijn meiden zag ik ertussen hangen. Er was een wc zonder deur en geen douche of warm water. Okee, dacht ik. Back to basic. Ik kan dit, want ik kon het vroeger ook. Die nacht sliep ik samen met haar onder een klamboe in een klein, gammel bedje.
De volgende dag gingen we downtown en aan de kant van de grote weg floot Rose op haar vingers. Er stopte een ‘boda-boda-guy’, een jongen op een motor. Hij droeg een helm waardoor ik alleen zijn ogen zag. Deze hield hij op tijdens de onderhandeling over de prijs. ‘Ok, jump on’, zei Rose. Daar was mijn moment van twijfel. Hij had geen extra helm. Hallo, ik ben wel een moeder nu. Heb twee kindjes thuis en zou in Nederland überhaupt nooit zomaar bij een vreemde achterop de motor springen, met of zonder helm. Rose zag mijn twijfel. ‘Mandy, this is the way we do things around here’. Ze tilde me nog net niet op om me achterop die motor te zetten. En daar zat ik dan. Op een vijfbaansweg, mijn handen vastgeklemd om het middel van de wild toeterende boda-boda-guy, en ik vergat dat ik moeder was. Ik was gewoon Mandy, dezelfde Mandy die dit soort dingen jaren eerder ook deed zonder er al te veel bij na te denken. Ik was hier met een missie. Mijn MommaLuv-missie. En het genieten begon.